top of page

Verticuteren:

Een gezonde grasmat begint bij het verticuteren. Verticuteren is eigenlijk het losharken van je gazon. Het is hierbij de bedoeling dat je mos en plantaardig afval verwijderd van je gazon. Je kunt het beste verticuteren met een verticuteerhark of verticuteermachine. Regenwater komt dan weer makkelijker bij de wortels, voeding kan beter tot bij het wortelgestel geraken en al het mos is verdwenen.

Best 2x per jaar, niet te diep verticuteren

Verticuteer niet te diep (tot 2 à 3 cm): het is voldoende om mos, vilt en ander onkruid in de bovenste laag los te maken van de grasmat.

Verticuteren doe je best tweemaal per jaar: in april/mei of augustus/september. In de periode januari tot april groeien de wortels van het gras, de bladgroei start in maart/april. Best start je het verticuteren meteen na de eerste bladgroei. Zo heeft het gazon voldoende tijd om te herstellen.

Verticuteren is nodig als uw gazon niet gezond is.

Niet nodig, indien het wel gezond is. De probleem is doordat er heel veel gras wordt weggenomen er nu heel wat meer ruimte is tussen de grassprieten. Ideaal voor het onkruid of mos om die open plaatsen op te vullen.

Graszaad inzaaien:

Nadat je het gazon hebt geverticuteerd kunnen er wat kale plekken zijn ontstaan op je gazon. Daarom is het belangrijk om op de kale plekken wat nieuw graszaad te zaaien. Binnen een paar weken zijn deze kale plekken weer volgroeid.

Gebruik bij voorkeur dezelfde variant graszaad als bij de aanleg. Zaai zorgvuldig in en bevochtig deze plekken voortdurend, tot ruim na de kieming van de graszaden. Na enkele maanden kun je een langzaam werkende gazonmest toepassen.

Verluchten:

Verluchten het is goed maar overbodig. Als uw gras de goede zorgen krijgt is verluchten helemaal niet nodig.

Verluchten wil zeggen dat je de bovenlaag van het gazon wat losser maakt door er in te prikken. In deze bovenlaag bevinden zich namelijk de wortels van het gras.

Door het prikken van kleine kanaaltjes verbeter je in feite het waterdoorlatend vermogen van het gazon. Slechte plekken in het gazon herken je makkelijk na een regenbui. Het zijn de plaatsen waar het water blijft staan. Maak je grotere gaten dan vul je deze best op met een mengsel van zand en aarde. Zo gaan de gaten zich minder snel sluiten.

Verluchten kan je simpelweg doen met een riek of een ander stuk gereedschap

Bekalken:

In het najaar is het slim jaarlijks kalk over het gazon te strooien.

Een goede zuurtegraad van de bodem is cruciaal voor een gezonde groene grasmat. Mos groeit op iets zuurdere gronden, gras heeft nood aan meer kalk. Bekalken zal dus niet alleen het gras ten goede komen, het voorkomt ook mosvorming.

Hoeveel kalk je moet strooien, is afhankelijk van de huidige zuurgraad van je bodem. Die kun je meten met een pH-bodemtest. Na het kalk strooien activeren nuttige micro-organismen onmiddellijk het bodemleven en krijg je een diepgroen en mosvrij gazon.

Bemesten:

De vijfde stap voor een mooi gazon is bemesten.

Gras zaaien en hopen dat het moeiteloos zal groeien is wishfull thinking. Een groene grasmat heeft nood aan voeding. Enfin, het groeit, maar is daarom niet persé gezond.

Bemesten is nodig omdat je zo nu en dan het gras maait en daardoor de voedingsstoffen uit het gras verdwijnen. Door de grasmat te bemesten kan het gras weer hard groeien. Er zijn twee soorten meststoffen te onderscheiden, namelijk organische- en minerale meststof. Het voordeel van organische meststof is dat het niet uitspoelt en langdurig werkt. Daarbij loop je geen risico op verbranding van je gazon en kan het gelijk met kalk worden gestrooid.

Dergelijke meststoffen worden ook beter door de planten opgenomen, de werking ervan komt trager vrij. Kunstmeststoffen zijn veel agressiever.

Maaien:

De laatste stap is het maaien van je gazon. Om een mooi en dicht gazon te krijgen moet je regelmatig maaien.

In combinatie met het sproeien en bemesten van je gazon, werkt maaien ook goed tegen de vorming van onkruid tussen het gras. Van mei tot oktober kun je prima wekelijks grasmaaien.

De eerste maal maai je best het gras als het 6 à 8 cm hoog is. De gewenste maaihoogte is 4 tot 6 cm. Maai zeker niet korter dan 2,5 cm of meer dan 2/3de van de grashoogte. Dat bemoeilijkt het hergroeien en stimuleert mosgroei. Voor een siergazon maai je tot op 2,5 cm. Een speelgazon of sportgazon is best minstens 4 cm lang.

Daarna begin je wekelijks te maaien. Bij droogte en op het einde van de groeiperiode schakel je over naar tweewekelijks maaien. Maai tot slot niet te kort voor de winterperiode.

Het kan zijn dat je vaak over hetzelfde stukje gazon loopt, dit kan kale plekken veroorzaken in het gras. Om dit te voorkomen kun je het beste met een spitvork gaatjes prikken op deze plekken en een beetje heen en weer bewegen. Dit zorgt ervoor dat het gras weer lucht krijgt waardoor het weer kan groeien. Je zou er ook wat graszaad bij kunnen strooien.

Sproeien:

Hoe korter u het gras maait, des te vaker u zult moeten sproeien. Een kort gemaaid siergazon op droge zandgrond moet bij droog, zonnig weer in de zomer dagelijks aan het begin van de middag even gesproeid worden.

U kunt ook s'nachts sproeien als u een geautomatiseerd sproeisysteem heeft, de waterdruk is dan meestal hoger.

Zodra het gras iets bruin begint te worden, bent u eigenlijk al te laat. U kunt het gras enorm helpen door bij droog, zonnig weer het maaien uit te stellen omdat langer gras minder snel verdroogdt.

Sproeien kan met een tijdelijk geplaatste zwenksproeier of sproeiers van een automatisch watergeefsysteem, zoals pop-up sproeiers die in het gazon zijn aangelegd. U hoeft niet te lang te sproeien want de wortels van gras zitten niet zo diep. Een half uur is meestal voldoende.

bottom of page